Op de fiets door Santiago - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu Op de fiets door Santiago - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu

Op de fiets door Santiago

Door: Rob

Blijf op de hoogte en volg Rob

06 Juni 2009 | ,

Aanvankelijk dacht ik dat fietsen in Santiago gelijkstond aan zelfmoord. Na een tijdje aan den lijve te hebben ondervonden hoe het is, gewend te zijn geraakt aan het verkeersgedrag van de Chilenen en de vaak abominabele staat van de wegen, blijkt die eerste indruk aardig te kloppen.
Ik had mijn hoop gevestigd op de fietspaden. Die zie je hier best veel. Vooral de ‘ciclovía’ op de Alameda, de belangrijkste avenue van de stad, leek me handig. Ik kwam er snel achter dat het tracé niet was zoals ik had verwacht. De ciclovia lijkt meer op een BMX-circuit dan op een fietspad. Het pad slingert van links naar rechts, met hier en daar bochten van negentig graden. Op sommige stukken is de route met gele strepen aangegeven, maar die zijn niet erg duidelijk. Als je de verkeerde kant kiest, kan het zomaar gebeuren dat je een trapje van twee of drie treden moet afspringen.
Over de aanleg van fietspaden is lang niet altijd goed nagedacht. Bij ons in de wijk begint het pad precies achter een kiosk, onmogelijk te zien voor wie de straat in fietst. Wat ook vaak gebeurt, is dat een mooi stuk fietspad plotseling ophoudt. Waarschijnlijk komt dat doordat het geld op was, want er is doorgaans geen enkele verkeerstechnische reden waarom het fietspad niet meer nodig zou zijn. Het beste voorbeeld is het fietspad op de Alameda. Dat houdt ineens op bij La Moneda, het presidentieel paleis. Hoe je verder gaat, moet je zelf maar zien. Als fietser heb je dan een probleem. Een mogelijkheid is het trottoir. Daar ben je voortdurend aan het slalommen tussen de voetgangers, voor beide partijen niet leuk.
Er zijn fietsers die overal lak aan hebben en gewoon op de weg rijden. Sommigen doen dat zelfs ’s avonds, bij voorkeur zonder licht. Dat zijn de echte zelfmoordenaars. Ik heb het op zondag – met afstand de rustigste dag – en overdag geprobeerd. Dat was een angstaanjagende ervaring. Als de stoplichten op groen staan, is het devies hier: zo hard als je kan. Ik schat dat de gemiddelde snelheid op de Alameda 80 km/u is, en dan reken ik de verlengde bussen mee. Die schieten continu naar rechts om passagiers af te zetten en op te pikken. Als je zo’n ding achter je aan hoort komen denderen, zit je allesbehalve ontspannen in het zadel.

Een fietspad is niet alleen een strook asfalt, maar ook een idee dat zich in de hoofden van de mensen moet vestigen. Hier zit het duidelijk nog niet bij iedereen stevig tussen de oren. De ciclovía’s staan duidelijk aangegeven, maar er is een groep voetgangers die zich daar niets van aantrekt. Bedaard wandelen ze met z’n drieën of vieren langs elkaar over het pad. Als je aangeeft dat je erlangs wilt, krijg je meestal een nijdige blik toegeworpen. Ook sommige automobilisten negeren de fietspaden bewust of onbewust. Ze parkeren hun auto er midden op of gaan dwars over de ciclovía staan als ze voor een rood stoplicht moeten wachten.

De grotere wegen links laten liggen lijkt de verstandigste strategie. Als je de rustigere straten kiest, ben je voor een deel van het gedonder met auto’s, bussen en voetgangers af. Je moet dan wel voortdurend scheuren en kuilen ontwijken. Ik heb nog overwogen een racefiets te kopen. Het is maar goed dat ik dat niet heb gedaan, want op dunne bandjes blijf je hier nooit overeind. Met mijn hybride fiets gaan het maar net goed. Vooral de tramrails in de Barrio Brasil, die trouwens niet meer in gebruik zijn, zijn bloedlink.
Een ander nadeel van de rustige straten, is dat ze onderaan de voorrangsladder staan. Dat betekent dat je om de honderd meter in de remmen moet knijpen om een voorrangsweg over te steken. Je schiet dus voor geen meter op.

Mijn hybride fiets is zich aan het ontpoppen tot een klassiek gevalletje van ‘goedkoop is duurkoop’. De laatste fietsenmaker die ik raadpleegde, bleef maar zuchten ‘mala, la bicicleta, mala’ (mala betekent slecht). Het grootste probleem is dat de achterband continu lek raakt. Ik heb hem zelf proberen te repareren, ik heb fietsenmakers ingeschakeld, ik heb een nieuwe binnenband gekocht, maar er blijft lucht uitlopen. Waarschijnlijk is het hele achterwiel rijp voor de schroothoop. Zoiets liet de fietsenmaker althans doorschemeren. Achteraf gezien had ik een mountainbike moeten kopen. Die is wendbaarder, heeft betere vering en is een stuk beter bestand tegen de straten van Santiago.

Leticia heeft geen fiets. Ik kan haar niet meenemen op de bagagedrager om de simpele reden dat mijn fiets geen bagagedrager heeft. We hebben naar oplossingen gezocht om samen op pad te kunnen op mijn tweewieler. Leticia op het stuur bleek meer iets voor het circus. Het is maar goed dat we dat experiment uitvoerden op een geasfalteerde vlakte, waar we zonder brokken tientallen meters van de rechte lijn konden afwijken. Leticia staande op de trappers en ik zittend op het zadel was evenmin een succes. Het was voor mij doodeng. De beste oplossing bleek Leticia in amazonezit op de stang voor me. Na een tijdje oefenen ging het soepeltjes. We trokken aardig wat bekijks. Er komt niet iedere dag een blonde bonenstaak met een Chileense op de stang voorbij. We hebben echter besloten deze vorm van vervoer alleen nog in uitzonderlijke gevallen toe te passen. Het was niet goed voor mijn knie en Leticia’s achterwerk en nog slechter voor de fiets.

Ik merk dat dit verhaal vrij negatief aan het worden is. Misschien wordt het tijd te melden dat er in Santiago ook een plek is waar je heel mooi kunt fietsen. Dat is op de San Cristóbal heuvel, ongeveer een half uur van ons huis. De heuvel ligt in een groot park met een kilometerslang circuit speciaal voor fietsers. Ik heb nog niet het hele parcours gezien, want toen ik boven op de heuvel was, raakte mijn band lek. Het stuk dat ik heb gezien, was om van te watertanden. Vanaf de ingang van het park klim je stijl omhoog. Al gauw zit je boven de flats rond de heuvel. Op sommige stukken deed de weg – met doordraaibochten en taaie struiken aan weerszijden – me denken aan de Mont Ventoux. Mijn conditie was helaas een stuk minder dan vijf jaar geleden. Nog voordat ik de top had bereikt – na zo’n 250 hoogtemeters – zat ik al flink stuk.

Eén idee spookte al vanaf het moment dat ik mijn fiets kocht door mijn hoofd, namelijk om de stad uit te fietsen. Ongetwijfeld komt dat idee voort uit mijn provincialisme. In Apeldoorn en Nijmegen woonde ik ook heel dicht bij het centrum en in die steden zat ik met mijn fiets binnen tien minuten in de bossen of tussen de weilanden. Ik wist natuurlijk wel dat het in Santiago niet zo vlot zou gaan, maar het moest toch mogelijk zijn het punt te bereiken waar de bebouwde kom ophoudt en het platteland begint. Ik stelde me een bord voor waarop ´Santiago´ stond met een kruis erdoor. In gedachten zag ik mezelf al fietsen tussen goudgele tarwevelden, langs wijngaarden en door slaperige dorpjes.
Mijn eerste poging was halfslachtig en ontmoedigend. Ik had een halfuur naar het westen gefietst en zag naderhand op een gedetailleerde kaart van Groot-Santiago dat ik nog lang niet op de helft was. Maar er was hoop, zo zag ik. Verder naar het zuiden zat een diepe inham in de stad. De stadsrand leek op die plek vlakbij ons huis.
Afgelopen woensdag was het een graad of twintig. Af en toe kwam de zon door de wolken. Ideaal weer voor een fietstocht, besloot ik. Na de lunch zette ik koers naar het zuidwesten. Het begin was wat ingewikkeld, maar toen ik bij een militair vliegveld kwam, lag er ineens een kilometerslange, splinternieuwe strook asfalt speciaal voor fietsers. Dat schoot lekker op. Na een halfuurtje kwam de buitenste rondweg in zicht. Aan de andere kant lag een enorm winkelcentrum met daarachter het grote niets, zo beloofde de kaart mij. Ik stak de rondweg over, liet het winkelcentrum achter me en kwam terecht in niemandsland. Stad was het niet te noemen, platteland evenmin. Het had nog het meeste weg van een industrieterrein. Ik fietste een paar kilometer door. Het fietspad was voltooid verleden tijd. Het verkeer reed tachtig, er waren heel veel vrachtwagens, de weg was smal. Onwillekeurig moest ik denken aan het nieuws van een paar weken geleden. Een dronken vrachtwagenchauffeur had in een paar kilometer vijf mensen doodgereden. Ik ging in de grindberm rijden. Toen de eerste akker in zicht kwam, besloot ik dat ik officieel de stad uit was. Met een halflege achterband maakte ik rechtsomkeert.

  • 08 Juni 2009 - 21:02

    Sander:

    Leuke verhalen man!

    Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot zouden er voor jaren stof tot praten uit distilleren.

    De grote dag breekt trouwens spoedig aan...

  • 12 Juni 2009 - 11:49

    Pol Zelf:

    Waar blijft de nieuwe log? Ik zag gisteren heerlijke rellen op televisie, maar daar horen we je niet over?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: ,

Naar Chili

Bij 't meissie

Recente Reisverslagen:

08 September 2010

Mijnmirakel

12 Augustus 2010

De teloorgang van de trein

29 Juli 2010

Bloed op het ijs

25 Juni 2010

Veldslag

15 Juni 2010

Ramptoerisme
Rob

Actief sinds 01 Sept. 2006
Verslag gelezen: 180
Totaal aantal bezoekers 84301

Voorgaande reizen:

16 Maart 2009 - 15 Juni 2009

Naar Chili

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: