Het land is ziek - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu Het land is ziek - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu

Het land is ziek

Door: Rob

Blijf op de hoogte en volg Rob

04 Juli 2009 | ,

De koortsscanner op het vliegveld heeft niet geholpen: de Mexicaanse griep heeft Chili bereikt en is wild om zich heen aan het slaan. Chili is een van de landen met de meeste gevallen. Het zijn er officieel meer dan 8000, maar, zo stond in de krant, voor ieder bevestigd geval zijn er minstens tien onbevestigde gevallen. Op het moment dat ik dit schrijf, zijn er 16 mensen aan de ziekte gestorven. Geen paniek: ik voel me vooralsnog prima.

Het begon vorige maand in het oosten van Santiago, in de rijkeluisbuurten. Toen het virus werd ontdekt, was het zich al volop op scholen aan het verspreiden. Er was geen houden meer aan, zeker niet in een stad met een metrosysteem. Alexandra, de française van de taalcursus, kreeg de griep. Ze is weer beter, maar nu hebben haar man en zoontje het flink te pakken.
Wij merken tot nu toe weinig van de pandemie. Goed, op straat zie je mensen met maskertjes, maar het zijn er niet overdreven veel. Het openbare leven gaat gewoon door. Niks lege stadions bij sportwedstrijden: de finales van de voetbalplayoffs waren in no time uitverkocht.
Maar er is zich wel degelijk een tragedie aan het afspelen. Op de tv waren gisteren beelden te zien van de ziekenhuizen. Moeders die zich om zeven uur ’s ochtends met hun jankende kinderen melden en om drie uur ‘s nachts aan de beurt zijn. Getrek, geduw, geschreeuw. Onvoldoende medicijnen. Zelfs de dure privéklinieken kunnen de toestroom nauwelijks aan. Voor de artsen moeten het verschrikkelijke tijden zijn, want er bestaat hier een vrij stevige claimcultuur. Ik heb al verschillende keren gelezen dat nabestaanden van iemand die aan de griep is overleden de dokters aanklagen vanwege nalatigheid.
De Mexicaanse griep is hier linker dan in Nederland omdat het in Chili winter is (wellicht staat jullie over een halfjaar te wachten wat wij hier nu meemaken). Er zijn dagen dat de temperatuur niet boven de 10 graden komt en het regent regelmatig stevig. Bovendien is de lucht in Santiago juist nu hartstikke vies. Als je door de griep al problemen met ademhalen hebt, maakt de smog het dubbel zo moeilijk.

De run op de ziekenhuizen heeft volgens mij ook te maken met iets anders: met de cultuur en mentaliteit van de Chilenen. Ze zijn geobsedeerd door hun gezondheid. Als ikzelf me niet lekker voel – en ik geloof dat ik daarin vrij typisch Nederlands ben –, heb ik zoiets van: dat gaat vanzelf wel over. Pas als de ellende een paar dagen aanhoudt, overweeg ik een dokter in te schakelen of medicijnen in te nemen.
Chilenen nemen ieder pijntje bloedserieus. Bij het minste of geringste grijpen ze naar de pillendoos. Nog altijd sta ik versteld van hoeveel apotheken hier zijn. Binnen vijf minuten lopen van ons huis weet ik er negen te zitten. Ongetwijfeld is het lucratieve handel, want bij allemaal moet je een nummertje trekken.
De tv-stations herhalen keer op keer de boodschap van het ministerie van volksgezondheid: als je kind ziek is, ga alsjeblieft niet meteen naar het ziekenhuis. Verreweg de meeste gevallen zijn onschuldig. Alleen met heel kleine kinderen of kinderen die problemen met de luchtwegen hebben is het raadzaam naar een kliniek te gaan. Het is praten tegen dovemansoren. De Chileen redeneert: als mijn kind ziek is, moeten er NU pillen in!

Dat verschil in de omgang met ziekte merk ik ook tussen mij en Leticia. Een tijdje geleden werd ik om vier uur ’s nachts wakker gebeld. Het was Leticia, vanaf haar werk. Ze had oorpijn. Of ik om zes uur wilde opstaan om bij het ziekenhuis een afspraak te gaan maken. Los van het feit dat ik bijzonder gesteld ben op mijn nachtrust voelde ik daar niks voor. Half slapend probeerde ik me eruit te lullen door te zeggen dat ik geen idee had hoe dat moest, een afspraak maken, en dat ik niet wist hoe dat ging met haar ziektekostenverzekering. Kon ze niet zelf om acht uur gaan, na haar werk? Geen sprake van, antwoordde ze. Dat zou veel te laat zijn. Als je voor die dag een afspraak wilde maken, moest je er zo vroeg mogelijk bij zijn. Particulier zou sneller gaan, maar veel te veel geld kosten.
Inmiddels was ik wat wakkerder. Het drong tot me door dat het onzin was om voor een beetje oorpijn meteen naar eerste hulp van het ziekenhuis te rennen. Ik zei tegen haar dat ze moest proberen wat te slapen. De volgende ochtend zouden we wel verder zien. Pissig hing ze op.

Met de oorpijn bleek het wel mee te vallen. Toch togen we een paar dagen later alsnog naar het ziekenhuis (godzijdank ’s middags), omdat ze er last van bleef houden. Voor de balie waar je een afspraak kon maken met de oorarts stond een rij van Efteling-met-pinksteren proporties. We sloten aan. Ik vertelde Leticia dat je in Nederland niet zomaar naar de specialist kan gaan, maar dat je daarvoor een verwijzing nodig hebt. Hoe was dat in Chili geregeld? Dat wist ze niet precies. Ineens bedacht ze zich dat ze zich moest inschrijven bij het ziekenhuis voordat ze een afspraak kon maken. Ze verdween, ik bleef wachten. Na een tijdje kwam ze terug. Ik had gelijk. Ze kon niet zonder verwijzing terecht. Daarvoor moest ze naar een soort huisartsenpost, een flink eind de andere kant op. Het bleek pas het begin van onze omzwervingen.
Bij de huisartsenpost wilden ze haar niet direct helpen. Ze moest eerst bewijzen dat ze in de wijk woonde. Daarvoor moesten we naar de politie. Bij de politie verwezen ze ons door naar een andere post. Daar werden haar gegevens genoteerd. Twee dagen later zou ze haar verklaring kunnen ophalen. Met de verklaring in de hand togen we de ochtend erna naar de huisarts. Ze moest een nummertje trekken om zich in te schrijven. Toen ze in het register stond, konden we weer een nummertje trekken, dit keer om een afspraak te maken. We hadden nummer 91 en ze waren bij nummer 93. Op dat moment dacht ik: het zal toch niet dat er 98 wachtenden voor ons zijn? Dat was dus wel zo.
Ik kocht de krant om de tijd te doden. Van comfortabel wachten was geen sprake. De ruimte deed nog het meest denken aan een schilderij van Jeroen Bosch. Het stonk er afschuwelijk. Naast ons, voor ons en achter ons zaten oude mannen en vrouwen te rochelen en te hoesten. Als je niet ziek was, werd je het daar wel. We vluchtten naar buiten en gingen op de trap zitten. Twee mannen met stokken kletterden voor onze ogen naar beneden. Door al die ellende werd de situatie bijna komisch.
Om een lang verhaal kort te maken: toen Leticia eindelijk aan de beurt was, kreeg ze een afspraak voor drie dagen later. Die afspraak was het enige wat vlot verliep. De dokter gaf haar een partij pillen, maar de remedie bleek erger dan de kwaal. Ze werd er zo sloom van, dat ze na twee dagen besloot de kuur te staken. Nu loopt ze al weken met een wat in haar oor. Ik zeg haar dat me dat niet goed lijkt voor het genezingsproces en ze het ding eruit moet halen, maar dat weigert ze.

Zelf ben ik gezond (klop, klop), maar het zou me niet verbazen als ze me een keer te pakken krijgen. Is het niet de Mexicaanse griep, dan is het wel een ordinaire verkoudheid. Ons appartement is namelijk bepaald niet de gezondste plek van Chili. Als ik ’s ochtends opsta, komen de ademwolkjes uit mijn mond. De thermometer geeft zelden meer dan 13 graden aan. Het voorlopige dieptepunt: 9 graden. Dat is maar iets warmer dan de gemiddelde koelkast. Ik kan jullie verzekeren dat uit bed komen dan een hele opgave is.
Het appartement is niet alleen koud, het is ook nog eens hartstikke vochtig. In de badkamer hadden we daar al langer last van. Afgelopen week heeft het vocht keihard toegeslagen in de woon- en slaapkamer. Er verscheen schimmel op het behang, die zich razendsnel verspreidde. Volgens de huisbaas kwam dat door ons paraffinekacheltje en het gebrek aan ventilatie. Nadat we die theorie goed onder de loep hadden genomen, kwamen we tot de conclusie dat zij niet kon kloppen. We laten het kacheltje maar een paar uur per dag branden en we luchten regelmatig. Bovendien verklaart de hypothese niet waarom het precies in één hoek en in de badkamer zo vochtig is.
Gisteren hebben we de beheerder opnieuw laten opdraven. Toen gaf hij toe dat ook andere bewoners van het gebouw last hebben van vocht. Zij verwarmen hun huis met een gaskachel of een elektische kachel. De beheerder zei gisteren dat de vochtproblemen te wijten zijn aan het feit dat het dit jaar zo veel regent, maar ik heb nergens gelezen of gehoord dat het deze winter veel erger is dan andere winters. Met andere woorden: er moet iets mis zijn met de constructie van het gebouw.
Omdat we weinig zin hebben om in de vochtige kou en tussen de schimmels te blijven wonen, proberen we op korte termijn te verhuizen. We hebben een schitterend appartement gezien, ideaal gelegen ten opzichte van het centrum en Leticia’s werk, maar het is niet zeker dat we dat kunnen krijgen. Flink duimen dus. Hopelijk schrijf ik mijn volgende blog vanuit een warm en droog appartement en zonder een virus-met-sombrero in mijn bloedbaan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: ,

Naar Chili

Bij 't meissie

Recente Reisverslagen:

08 September 2010

Mijnmirakel

12 Augustus 2010

De teloorgang van de trein

29 Juli 2010

Bloed op het ijs

25 Juni 2010

Veldslag

15 Juni 2010

Ramptoerisme
Rob

Actief sinds 01 Sept. 2006
Verslag gelezen: 235
Totaal aantal bezoekers 84304

Voorgaande reizen:

16 Maart 2009 - 15 Juni 2009

Naar Chili

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: