Ren je rot
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob
11 Augustus 2009 | Peru, Puno
Wellicht heeft de fragiele staat van mijn gezondheid te maken met oververmoeidheid, het product van ons overvolle reisschema. De afgelopen tien dagen zijn Toine en ik als een stel dolle apen tekeergegaan. Lima hebben we in een dag bekeken, daarna hebben we langs de kust in een buggy gereden, gesandboard en over de Nascalijnen gevlogen, vervolgens zijn we doorgestoten naar Arequipa. Dat was een hele leuke stad, waar we helaas tijd te kort kwamen. De trektocht in de Colca Canyon hebben we in twee dagen moeten maken. Dat betekende dat we om kwart over drie ´s nachts werden opgepikt en rond half elf begonnen te lopen. Tijdens de afdaling in de kloof voelde ik iets aan m´n grote teen. Beneden bleek bij een inspectie dat de teen helemaal ontveld was. Gelukkig had ik een speciale pleister bij voor blaren, die met de tape van een behulpzame Zwitser prima bleef zitten. Aan het einde van de middag kwamen we aan in een oase op de bodem van het ravijn. Daar brachten we de nacht door. De volgende ochtend vertrokken we om zes uur om via een steil geitenpad de kloof uit te klimmen. Toine en ik waren als eerste van de groep boven. De prijs was hoog, want nu, drie dagen later, hebben we nog altijd enorme spierpijn in onze benen.
Dat Toine en ik haast hebben, ondervond onze mountainbikegids aan den lijve. Op onze laatste dag in Arequipa lieten we ons met een terreinwagen een vulkaan oprijden. Vanaf 4700 meter hoogte daalden we een kleine 2000 meter af naar de stad. De gids ging voorop, maar al snel stoof Toine hem voorbij. Ik kon natuurlijk niet achterblijven. Aanvankelijk dachten we dat de gids voorzichtig daalde vanwege ons, maar in een oogwenk was hij in geen velden of wegen te bekennen. We besloten hem op te wachten. Toen hij na een paar minuten verscheen, zei hij dat hij het heel koud had. Dat bleek een slechte smoes, want veel lager op de berg, waar de temperatuur heerlijk was, reden we hem er ook keihard uit.
Peru bevalt uitstekend. Er is heel veel te doen, het weer is heerlijk en het eten verrukkelijk. Er is maar een keerzijde: het land is belachelijk toeristisch. Overal waar je komt, zelfs op de bodem van de Colca Canyon, kom je hordes gringo's tegen. Vandaag zijn we naar de drijvende rieteilanden op het Titicacameer geweest. Daar nam het toerisme genante vormen aan: met een heel stel buitenlanders de boot op, een gelikte presentatie van de eilandbewoners, de gebruikelijke gang langs de souvenirstalletjes.
Het voordeel van zoveel toerisme is dat de infrastructuur voor eten, accomodatie, vervoer en excursies prima is. Een van de nadelen is dat het de lokale bevolking niet goed doet. Je krijgt voortdurend het gevoel dat ze alles doen om je geld uit de zakken te kloppen.
Ik heb me afgevraagd waarom ik - en ik ben zeker niet de enige - me zo erger aan de aanwezigheid van hordes andere toeristen. Misschien is het het spiegeleffect: je ziet in hen als het ware jezelf en je beseft hoezeer je uit de toon valt in dit land, hoe idioot je gedrag is. Belangrijker lijkt me dat je beseft dat je deel bent van een kudde, dat duizenden anderen precies hetzelfde doen als jij, met andere woorden, dat je absoluut niet bijzonder bent. Daarom wring je je in allerlei bochten om maar geen andere toeristen op de foto van de graftorens te krijgen. Het gaat om de illusie dat je iets speciaals hebt gezien, dat je een ontdekkingsreiziger bent.
Het ergste moet nog komen. In Cusco, waar we over een paar dagen heen gaan, moet een veelvoud zijn van het aantal toeristen dat we tot nu toe zijn tegengekomen. Je kunt het ze niet kwalijk nemen. Een Duitser die we in Nasca ontmoetten verwoordde het treffend: als ik Machu Picchu heel graag wil zien, waarom zou ik anderen dat recht dan ontzeggen?
De komende anderhalve week gaat
'Ren je Rot' in Peru verder. Morgen steken we de grens met Bolivia even over om een eilandje in het Titicacameer te bezoeken. Daarna gaan we naar Cusco. Daar willen we een track lopen. De 'Inca Jungle Trail' leek me erg gaaf. De Lonely Planet beschrijft die als een avontuurlijk en minder druk alternatief voor de overbevolkte en al lang volgeboekte Inca Trail. Ik vrees alleen dat het Lonely Planet-effect heeft toegeslagen en dat deze spannende trail overbevolkt is met bebaarde backpackers op zoek naar een 'authentieke ervaring'. Tja, als je zo weinig tijd hebt als wij kun je nu eenmaal niet kieskeurig zijn.
-
12 Augustus 2009 - 17:02
Jan:
Ha Rob, moet je naar Alaska gaan! Daar zijn niet zoveel toeristen, maar ook daar kom je Duitsers tegen...
Het voordeel van het toerisme is natuurlijk wel dat er vanalles te beleven valt en je dus ook een echte doe-vakantie hebt.
Veel plezier nog en doe Toine de groeten!
P.s. Heeft Toine als Groen Linkse rakker wel compensatie voor z'n vlucht betaald?
Jan
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley