Kom niet naar Chili! - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu Kom niet naar Chili! - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu

Kom niet naar Chili!

Door: Rob

Blijf op de hoogte en volg Rob

21 Oktober 2009 | ,

Tien redenen om dit land te mijden als de pest.

10. We zitten een ijsje te eten in het gras op de plaza vlakbij ons huis. Schitterend weer, zacht gras, rust om ons heen, lekker ijs. Je zou het moment bijna romantisch kunnen noemen. Leticia vraagt of ik een hap van haar bolletje wil. Jazeker. Ik buig voorover en wil met de hand waar ik zo-even op steunde het hoorntje aanpakken. Ik trek hem net op tijd terug. Mijn handpalm is bruin. Een blik achterom bevestigd mijn vermoeden: ik had hem midden in een hondendrol geplant. Zeg maar dag tegen de romantiek. Ik ren naar huis om te wassen met heel veel zeep, en nog eens.
De Chilenen hebben prachtige pleinen en parken gemaakt, maar waarom moeten ze er in godsnaam hun honden uitlaten? Of misschien was de dader een zwerfhond, daar lopen er duizenden van rond. Die beesten steriliseren? Nee joh, dat is zielig en kost geld. Honden hebben in Chili dezelfde status als koeien in India.

9. Ik kreeg altijd rillingen en een zenuwtic bij mijn linkeroog bij het horen van de term ‘ruimtelijke ordening’. Ik kreeg visioenen van die afschuwelijke uniforme vinex-wijken waar je je ergste vijand nog niet dood wil aantreffen. Ruimtelijke ordening is verzonnen door ambtenaren die allerlei regeltjes opstellen om bouwprojecten te frustreren, zodat aan het einde van het liedje hun eigen koophuis in waarde stijgt.
Tenminste, dat was het beeld dat ik had totdat ik kennismaakte met het tegenovergestelde, de ruimtelijke chaos van Chili. De wijk waar we nu in wonen is daar een pijnlijk voorbeeld van. Eens moet dit een prachtige buurt zijn geweest. Straten met klinkers, omzoomd door bomen en statige gebouwen uit de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Een deel van die gebouwen staat er nog steeds, enigszins vervallen, maar nog altijd met een zekere grandeur. Het probleem is dat een jaar of dertig geleden – schat ik – de vrije hand is gegeven aan een stelletje boeven – ze noemen zichzelf waarschijnlijk projectontwikkelaars – zonder enig gevoel voor historie of esthetiek. Het gevolg: de mooie, oude gevels die zijn overgebleven, staan tegenwoordig letterlijk in de schaduw van de meest fantasieloze appartementenblokken. Het spijt me, wij wonen ook in zo’n foeilelijke blokkendoos die de bewoners in de oude huizen tegenover van alle zonlicht berooft. We mogen ons nog gelukkig prijzen dat er in onze buurt karakteristieke panden zijn overgebleven, want het kan nog veel erger. Ik ken wijken die je terugvoeren naar het voormalige Oostblok: dezelfde fantasieloze bouwwerken, maar minder uniform.

8. Het lijkt wel of ik in een sketch van Hans Teeuwen terecht ben gekomen. Zowat alles moet hier geschild worden. Bij de komkommer, de appel en de courgette kan ik me nog iets voorstellen, maar ik word ook geacht dingen van wie ik niet eens wist dat ze een schil hadden – zoals champignons en paprika’s – van hun velletje te ontdoen. Vooral het schillen van tomaten is niet goed voor mijn hart. Steek je per ongeluk door het vruchtvlees heen en knijp je iets te hard, dan spat er een straal tomatennat over je T-shirt heen. ‘Tolerancia, tolerancia’, zegt Leticia dan kalmerend. Godzijdank wordt het zout gewoon wel mét schil opgediend
Al dat geschil kost een hoop tijd. Hier in de keuken gaat sowieso niks gemakkelijk. Rijst, bijvoorbeeld, kun je niet gewoon in de pan mikken, tien minuutjes laten koken, afgieten en opdienen. Nee, eerst moet je de korrels in olie bakken tot ze lichtbruin zijn. Dan moet er een zorgvuldig afgemeten hoeveelheid water bij. Je zet de deksel op de pan, draait het vuur zo laag mogelijk en bidt als een bezetene dat de boel niet aanfikt. Met andere woorden, ja schat, ik zal wel weer wat aardappeltjes schillen.

7. Chilenen zijn zeikerds. Waar wildplassen in andere landen met een zekere schaamte gepaard gaat, gebeurt het hier in alle openheid. Je moet niet raar opkijken als iemand op klaarlichte dag in de middenberm van een drukke straat of op een vol plein zijn broek openritst en zijn blaas laat leeglopen. Van Leticia moet ik altijd mijn handen goed wassen als ik buiten ben geweest. Eerst vond ik dat onzin, maar misschien zit er toch wat in.

6. Chili zou een van de veiligste landen van Zuid-Amerika moeten zijn. Er is in dit halfjaar met mij niks ernstigs gebeurd, maar om nou te zeggen dat ik altijd relaxed over straat loop… Een tijd geleden sprak een jongen met hanenkam ons ’s avonds op straat nogal agressief aan. Hij had een verwilderde blik in zijn ogen. Ik verstond niet wat hij zei en besloot hem te negeren. Die gast werd zichtbaar pissig. Zijn toon werd dreigender , maar we liepen stug door. Waarschijnlijk was het groepje politiemannen dat we naderden onze redding. De punker liet ons met rust. Later bedacht ik me dat het met zo’n gedrogeerd figuur heel anders had kunnen aflopen.
Ja, mensen worden hier op straat beroofd en dat gaat er niet altijd even fris aan toe. Ook de paranoïa van de mensen is bloedlink. Niet zo lang geleden werd iemand doodgestoken die een ander de weg wilde vragen. De dader dacht dat hij werd beroofd...

5. Zelfs winkelen is hier een hele beproeving. Aan de toonbank zeggen wat je wilt hebben, betalen en je artikel meenemen is er niet bij. Nee, er wordt een heel circus opgevoerd. In een winkeltje waar ze schriftjes, pennen en puntenslijpers verkopen telde ik twaalf medewerkers. En dan hing er nog een bordje dat ze personeel zochten... We bestelden een pen en een kladblok bij een meisje, dat gaf ons een bonnetje waarmee we bij de meneer aan de kassa moesten afrekenen. Die gaf ons weer een bonnetje waarmee we bij een meisje van de inpakafdeling onze spullen konden ophalen. In een winkel in Nederland zouden in een winkel van die omvang twee of drie man werken. Hoe kun je zo ooit winst maken?
Die bureaucratie heeft alles te maken met wantrouwen. Ondernemers zijn als de dood dat ze worden bestolen door hun eigen personeel. Daarom moet iedereen iedereen controleren. En als er dan toch nog wat misgaat, moet het personeel dokken. Klanten worden trouwens evenmin vertrouwd. Winkels hangen vol met beveiligingscamera’s, bij de ingang moet je je tas door een beveiligingsmannetje laten dichtplakken met een stuk plakband.

4. De tragedie van mijn fiets is tot een nieuw dieptepunt gekomen. Ik heb de afgelopen weken vier binnenbanden gekocht en allemaal vertonen ze hetzelfde euvel. Als je de band oppompt, wordt hij op sommige plekken heel dik, terwijl hij op andere plekken slap blijft. Het effect is te vergelijken met een slang die een paar dikke ratten heeft opgevreten. Ik probeerde een stukje te fietsen. Het resultaat viel te voorspellen: het was alsof ik voortdurend door een weg vol kuilen reed. Bovendien raakten alle banden binnen de kortste keren lek, waarschijnlijk omdat de druk op de dikke plekken veel te groot is.
Ik ging terug naar de winkel met zo’n band. De winkelier erkende dat het ‘ratteneffect’ niet normaal was, maar gaf aan dat alle banden van dat type aan een kant dikker waren dan aan de andere. Ik vroeg hoe dat kon en wat in godsnaam het idee erachter was. Hij haalde zijn schouders op: ‘zo is nu eenmaal de constructie van die banden, meneer’. Ik was te verbijsterd om er dieper op in te gaan.
Aan het einde van het liedje heb ik weer zo’n band geprobeerd en natuurlijk was de uitkomst hetzelfde. Ik blijf nadenken over de vraag wat het idee is achter een fietsband die aan de ene kant dikker is dan aan de andere kant. Mijn theorie: de winkels kopen afgekeurde exemplaren van de fabriek voor een prikkie op en slijten ze collectief aan onwetende Chilenen.

3. Uitgaan is hier hollen of stilstaan. Het begint met verveling en het eindigt met schaamte. Aan het begin van de avond gaat iedereen in groepjes aan tafeltjes zitten. De meeste kroegen worden niet verwarmd, dus iedereen zit met z’n jas aan. In de betere tenten zijn de drankjes gruwelijk duur en dan wordt ook nog van je verwacht dat je de ober een fooi geeft. De mensen zitten maar een beetje passief van hun drankjes te nippen (vooral niet te snel!). Het woord ‘gezellig’ kennen ze hier niet en op die momenten denk je dat ze het hele concept niet snappen.
Dan, op een magisch moment ergens tussen twaalf en twee, begint de hele meute ineens te dansen. Leticia sleurt me naar de dansvloer. In Nederland kom je dan met wat vaag geschommel en gemeezing (‘hij was maar een cloooowwwnn’) wel weg. Hier niet. Alles om je heen schudt en deint. Het is een oneerlijke strijd. Zij hebben de reggaeton en cumbia in hun bloed, mijn ledematen zijn van eikenhout.

2. Ik kan van de Chilenen niet zeggen dat ze onbetrouwbaar zijn. Over het algemeen komen ze afspraken na. Het probleem zit dieper. Chilenen maken vrijwel geen afspraken. In bredere zin: ze plannen niet. Je zou het een charmant cultureel kenmerk kunnen noemen. Soms is het inderdaad charmant. Plotselinge invallen en spontane handelingen leveren vaak verrassende resultaten op. Ze maken het leven minder saai.
De keerzijde van het niet vooruitdenken is dat je heel veel dingen niet voor elkaar krijgt. Een voorbeeld. Vandaag belde een goede vriendin van Leticia op. Ze was in de stad en het leek haar en haar vriend leuk om een avondje met ons uit te gaan. Dat leek ons ook leuk, maar het ging niet lukken. Leticia moet de komende avonden namelijk werken. Dan denk ik: mens, had verdorie eerder gebeld, dan had Leticia een avond vrij kunnen vragen. Het is al de derde keer op rij dat een afspraak op deze manier in de soep loopt.
Leticia weet pas op zondagavond haar rooster voor de volgende week. Soms heeft ze op zondag vrij en dan hoort ze ’s avonds dat ze de volgende twee dagen ook niet hoeft te werken. Als we dat eerder hadden geweten, hadden we een uitje buiten de stad kunnen regelen. Haar chef kan gemakkelijk een paar weken of zelfs maanden vooruit plannen, maar dat vertikt hij.
Je merkt het ook bij het zoeken naar werk. Veel bedrijven zetten op zondag een advertentie in de krant dat mensen de volgende dag langs moeten komen. Meestal is het idee dan de dag erop al te beginnen (of in mijn geval: niet te beginnen).
Chilenen beschouwen zichzelf als een ijverig volkje. Ik krijg ook de indruk dat de meesten keihard werken, veel harder dan wij Nederlanders (de standaard werkweek telt hier 45 uur). Waarom is het land dan toch in veel opzichten onderontwikkeld? Ik denk dat het antwoord moet worden gezocht in het gebrek aan visie. Je ziet het ook in het voetbal. De twee grootste Chileense voetballers van de afgelopen dertig jaar, Salas en Zamorano, waren spitsen. Spelers die aan het eind van de aanval staan, die de bal alleen maar in het doel hoeven te schoppen of koppen. Marcelo en Ivan waren geen creatieve middenvelders, geen spelers die vooruit dachten, die hun wil aan een elftal oplegden (geen wonder ook dat de man die aan de basis staat van het huidige voetbalsucces een Argentijn is).

1. De yoghurt is zeker geen reden om naar Chili te emigreren. Met de smaak is niets mis, met de verpakking des te meer. Ik kan me voorstellen dat er lezers zijn die nu denken: ‘wat zeurt hij toch’. Zij hebben niet weet ik hoe lang op hun knieën gezeten om een liter yoghurt uit een stoel en een tapijt te wrijven.
Een Chileen met een slecht gevoel voor humor heeft bedacht yoghurt in slappe zakken te stoppen. Zolang de zak dicht zit, is er niets aan de hand. De ellende begint als je zo’n zak openknipt om van de inhoud te genieten. Aangezien het gemiddelde tweepersoonshuishouden niet ineens een liter yoghurt naar binnen slurpt, moet de voorzichtig opengeknipte zak terug in de koelkast. De enige manier is rechtopstaand. Maar omdat de zak slap is, bestaat het risico dat hij in elkaar zakt. Elke keer dat we de koelkastdeur sluiten, is het bidden dat de zak blijft staan. De koelkast openen is een intens spannend moment. Is de zak blijven staan of niet?
Een tijdje terug trof ik weer eens een plasje yoghurt in de koelkast aan, gelukkig vrij klein. Ik zuchtte, haalde de zak uit de koelkast en pakte een vaatdoekje. Toen de ravage was opgeruimd, wilde ik de zak terugzetten. Hij lag op z’n kant en was een stuk lichter dan eerst. Aan de andere kant van het aanrecht lag een enorme plas yoghurt, half over de bekleding van een stoel, half over het tapijt. ‘Tolerancia, tolerancia’, hield ik mezelf voor terwijl ik de keukenrol tevoorschijn haalde.

  • 22 Oktober 2009 - 16:53

    Ma:

    Ik laat me toch niet afschrikken!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: ,

Naar Chili

Bij 't meissie

Recente Reisverslagen:

08 September 2010

Mijnmirakel

12 Augustus 2010

De teloorgang van de trein

29 Juli 2010

Bloed op het ijs

25 Juni 2010

Veldslag

15 Juni 2010

Ramptoerisme
Rob

Actief sinds 01 Sept. 2006
Verslag gelezen: 216
Totaal aantal bezoekers 84298

Voorgaande reizen:

16 Maart 2009 - 15 Juni 2009

Naar Chili

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: