Dicht bij het vuur
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob
08 November 2009 | ,
Vorige week belde Leticia me op. Kom gauw naar m’n werk, er is hier om de hoek wat bijzonders te doen! We dachten dat het om een manifestatie van een van de presidentskandidaten ging. Ik had in de krant gelezen dat hij op die plek, twee blokken van ons appartement, zijn hoofdkwartier voor de verkiezingen zou inrichten.
We sloegen de hoek om en stonden ineens middenin een filmset. Ik vond het niet gek dat ze op die plek aan het filmen waren, want het is een heel mooi, oud straatje. Van een afstandje stonden we een tijdje te kijken. Verstand van filmsets heb ik niet, maar ik zag wel dat het geen koekenbakkers waren. De apparatuur oogde duur, er renden heel veel mannetjes druk rond, er was professionele catering aanwezig en de acteurs waren gekleed in historische kostuums. Bovendien was de vrouwelijke hoofdrol in handen van de mooiste blonde vrouw die ik ooit heb gezien. De regisseur schreeuwde ‘Valeria’ naar haar. ‘Dat moet Valeria Mazza zijn’, fluisterde Leticia mij toe, ‘het beroemde Argentijnse model.’ Tot mijn spijt had ik nog nooit van haar gehoord.
De mannelijke hoofdrolspeler kende ik wel, bleek toen we dichterbij waren geslopen. ‘Hee, dat lijkt Juánes wel’, zei ik tegen Leticia. Ze ging op haar tenen staan en moest me gelijk geven. Juánes, de Colombiaanse zanger met de zwarte blouse, was op een doordeweekse avond gewoon in onze buurt! Waarschijnlijk was hij bezig met de opname van zijn nieuwe clip, dacht ik. Toen ze begonnen te filmen, begon ik daaraan te twijfelen. Er klonk gelukzalige klassieke muziek door het straatje, Juánes liep met Valeria aan het hoofd van een stoet kinderen, een oud mannetje gaf hem vriendelijk een hand en iedereen lachte. Achter de schermen waren een paar mensen bezig een kerstboom op te bouwen. Dit oogde meer als een reclamespot voor een fout warenhuis. Dat vermoeden bleek te kloppen, lazen we later op internet.
Waar Amsterdam in de Nederlandse verhoudingen een primus inter pares is, geldt Santiago in Chili als de onbetwiste alleenheerser. Ik bedoel: Groot-Santiago heeft zo’n zes miljoen inwoners. Het tweede stedelijke gebied van het land, dat rond Concepción, heeft er ongeveer 900.000.
Nationale en internationale artiesten plannen hun shows in Santiago. De voornaamste politieke bijeenkomsten zijn in Santiago. Bedrijven en instellingen zijn gehuisvest in Santiago. Sportwedstrijden vinden in Santiago plaats. Organisatoren van beurzen kiezen als vanzelfsprekend voor Santiago. Als je de kranten leest die pretenderen landelijk te zijn, krijg je vaak het idee dat je door het stadsblad zit te bladeren. Hetzelfde geldt voor de tv-journaals. De journalisten lijken te lui om de stad uit te gaan, terwijl toch tweederde van de bevolking in de ‘regio’s’ woont.
Een bewoner van Santiago die niet wil reizen, kan zijn hele leven in zijn stad blijven zonder het gevoel te hebben dat hij iets te kort komt. Vooruit, strand en bergen vindt hij niet binnen de stadsgrenzen, maar hij kan in de Andes gaan wandelen zonder Santiago uit het oog te verliezen en via een perfecte snelweg staat hij in een uurtje aan de Stille Oceaan.
Okee, Santiago is verschrikkelijk groot. Als je in een van de buitenwijken woont, ben je algauw een uur onderweg om in het centrum te komen. Met een beetje pech sta je twee uur in rammelende bussen en in de metro om op je bestemming te komen. Dat is langer dan met de auto van pak ’m beet Noord-Oost Brabant naar Leiden. Dat probleem hebben wij gelukkig niet. We wonen vlakbij het centrum, zodat we lopend naar de meeste evenementen kunnen. En anders zijn we met de metro in een mum van tijd in alle uithoeken van de stad.
Nu ik er over nadenk, bezoek ik hier veel meer evenementen dan ik in Nederland deed. We zoeken wekelijks op wat er te doen is in de stad en als Leticia haar werkschema weet, plannen we onze uitstapjes. Zo zijn we pas naar het verjaardagsfeest van een krant – overigens een heel slechte – gegaan. De reden was dat twee groepen die we graag wilden zien er optraden. Die bands staan iedere week wel ergens in Santiago op het podium, maar doorgaans is dat in die tent waar je een vermogen moet neertellen voor de entree en een drankje. Dit keer was de toegang te betalen én sloegen we twee vliegen in een klap.
In Chili geldt wel dat je, als je de goedkoopste tickets koopt, een beroerde service krijgt. In dit geval zat het probleem in de sanitaire voorzieningen. De normale wc’s in het complex mochten alleen worden gebruikt door mensen die vijf keer meer voor een kaartje hadden betaald dan wij. Voor de 4000 paupers hadden ze een briljante oplossing bedacht: twintig dixie-wc’s. De wachttijd om te plassen liep op tot drie kwartier. De mannen konden nog terecht bij de rivier die erachter stroomde, voor de vrouwen zat er niets anders op dan wanhopig proberen vol te houden.
Ook bij het optreden van een bekende komiek was het een chaos. Ik had kaartjes gekocht waarbij ik onze stoelen had uitgezocht. Aangezien hier geen cultuur van gesubsidieerde schouwburgen bestaat, was het optreden in een enorm winkelcentrum. Ik had verwacht dat er een theater zou zijn. In werkelijkheid bleek het decor een geïmproviseerd stadionnetje op het parkeerterrein. Onze rij- en stoelnummers waren nergens te vinden, dus gingen we maar ergens zitten, veel verder naar voren dan waar we recht op hadden. Overal om ons heen zagen we mensen zoeken en discussiëren. Gelukkig kwam niemand onze plekken opeisen. Vlak voor het begin moesten inderhaast nog wat stoelen worden aangerukt, maar uiteindelijk zat iedereen.
Van het optreden kreeg ik niet alles mee. Vooral bij woordgrappen zat iedereen te lachen behalve ik. Gelukkig staat die komiek, met de on-Chileense naam Stefan Kramer, vooral bekend om zijn imitaties. Hij is daarin net zo weergaloos als Paul Groot. Politici, muzikanten, sporthelden, niemand werd gespaard. Na een halfjaar naar de Chileense tv kijken ken ik de meesten wel, dus ook voor mij was het vermakelijk.
Met tegenzin ging ik afgelopen donderdag de deur uit. We gingen naar een optreden van een zanger met alle kenmerken van een foute Latino. Hij heet Ricardo, heeft lang haar, een stoppelbaard en laat zijn blouse wijd openstaan. Ricardo zingt romantische ballads en schijnt vrouwen te slaan. Wat ik daar deed? Het was Leticia’s verjaardag en ze had laten doorschemeren dat ze graag een show van Ricardo zou zien. Ricardo komt uit Guatemala en het was puur toeval dat hij precies op haar verjaardag in Santiago op het podium stond. Ik vroeg nog of ze niet liever met een vriendin zou gaan, maar er was niemand beschikbaar. Daarom ging ik zelf maar mee. Pure zelfopoffering. Hoewel, alles beter dan uren door winkelcentra dwalen om schoenen en kleren voor haar uit te zoeken.
Wat kan ik over het optreden zeggen? Het decor was mooi. De zaal was gevuld met vijftienduizend vrouwen. Er waren een paar mannen en die stonden even wanhopig te kijken als ik. Wat me vooral is bijgebleven, is mijn buurvrouw. Als ik er aan terugdenk, doen mijn trommelvliezen opnieuw pijn. Ricardo was nog niet in beeld of het meisje naast me (niet Leticia) begon hysterisch te krijsen. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Ik dacht dat het snel zou overgaan, maar ze bleef aan de gang. Het gegil van de massa was nog wel te weerstaan, maar dat gekrijs ging door merg en been. Na de zoveelste waanzinnige schreeuw was ik het zat. ‘Kop dicht’, beet ik haar toe. Een meisje uit het gezelschap kwam haar excuses aanbieden voor haar doorgedraaide vriendin. Even bleef het stil, maar daarna begon ze weer te brullen. Op dat moment voelde ik een golf van sympathie voor de wapperende handen van Ricardo.
-
08 November 2009 - 19:04
Wouter:
Mooier dan Anna Kournikova?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley