Weer thuis
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob
18 April 2010 | ,
Zeven weken na de 8,8 heb ik de indruk dat de Chileense beving uit het collectieve geheugen van de wereld is verdwenen. Geen wonder. De slachtoffers van de ene aardbeving zijn nog niet geborgen of ergens anders trilt de aarde al weer hele steden aan gort. Haïti, Chili, Turkije, Indonesië, China. Hier is 'onze' terremoto echter nog altijd hét gesprek van de dag. De gevolgen zijn overal zichtbaar. Al als je van het vliegveld naar de stad rijdt, zie je de puinhopen naast de weg liggen. In de krant stond een graphic. Als je al het puin van de aardbeving in Santiago alleen al zou willen opruimen, krijg je een colonne vrachtwagens van Arica in het uiterste noorden tot Los Angeles in het zuiden van het land, een afstand van 2500 kilometer.
Door al dat puin, in combinatie met de droogte, is de luchtkwaliteit dramatisch. Normaal gesproken is het al geen pretje om de lucht van Santiago in te ademen, nu lijkt het smogprobleem nog drie keer zo erg. Althans, dat vertellen mijn longen me. Op tv gaat nog zeker de helft van het nieuws over de beving. Zo nu en dan duiken nieuwe beelden van het natuurgeweld op. Dit is een filmpje dat bij mijn in ieder geval een herkenbaar gevoel oproept: http://www.youtube.com/watch?v=Bhi0CcIsEXE. De beelden komen uit Valdivia, in het zuiden. Blijkbaar was de beving daar veel korter. Hier in Santiago duurde zij ongeveer tweeënhalve minuut.
Misschien is het goed dat de wereld de Chileense aardbeving aan het vergeten is. Hopelijk trekt dan het toerisme weer aan. Op dit moment is de belangstelling dramatisch, al heeft dat ook te maken met het feit dat de herfst invalt en het seizoen ten einde loopt.
De aarde lijkt inmiddels tot rust gekomen. Ik ben bijna twee weken terug in Chili en ik heb nog geen noemenswaardige naschok gevoeld. Wel heb ik voortdurend het gevoel dat de grond trilt. Of dat echt zo is of dat het tussen de oren zit, kan ik niet vaststellen. Ik ben in ieder geval niet de enige die dat gevoel heeft. Ik las in de krant dat meer dan 60 procent van de kinderen in de stad het gevoel heeft dat de aarde continu schudt.
Na een jaar in de hectiek van de grote stad - los van de dramatiek rond de beving - was het lekker om een paar weken op het Brabantse platteland door te brengen, de (relatief) zuivere lucht in te ademen, naar de stilte te luisteren en op een iets groter oppervlak dan 27 vierkante meter te leven. In de weekeinden had ik genoeg te doen, maar door de week was iedereen aan het werk en zat ik eenzaam in een verlaten dorp. Ik baalde dat ik niet een maand later was gekomen, tijdens het WK snooker. Mijn dagen vulde ik met uitslapen, lezen en wielrennen. Al snel kwam ik in het ritme van borrelnoten eten, wielrennen kijken en om zes uur warm eten. Het was alsof ik nooit was weggeweest.
Mijn verblijf in Nederland bood me de mogelijkheid wat etenswaren in te slaan om Leticia met de verworvenheden van onze cultuur te laten kennismaken. In mijn tas was plek voor borrelnoten, hagelslag en drop. Ik besloot haar ook te introduceren in de wereld van de stroopwafel. Het enige probleem was dat ik met m'n stomme kop honingstroopwafels had gekocht. Het is ten strengste verboden honing in te voeren in Chili. Dat realiseerde ik me pas toen ik m'n tas van de lopende band haalde. Ik sprak een mannetje van de controledienst aan. Ik liet hem de wafels zien en vertelde hem dat er honing in zat. Hij keek heel bedenkelijk. Het was weliswaar tot honing bewerkte honing, maar de lelijke beestjes in honing gaan zelfs bij verhitting niet dood, doceerde hij. Toen ik bleef betogen dat tot stroop verwerkte honing toch geen kwaad zou kunnen, betoonde hij zich een typische bureaucraat: afschuiven dat probleem. Ik moest de kwestie maar voorleggen aan zijn collega's bij het scanapparaat. Die zeiden, toen ik ze de koeken liet zien, onmiddellijk dat ik ze zonder problemen mocht meenemen. 'Maar er zit honing in', wilde ik tegenwerpen (ik besefte dat ze het etiket niet konden lezen). Die woorden slikte ik net op tijd in. Gelukkig maar, want de stroopwafels zijn een doorslaand succes bij Leticia. Het is - na borrelnootjes en drop - het derde Nederlandse woord dat ze heeft geleerd.
Over de drop is ze trouwens minder enthousiast. Daarom besloot ik een dropje cadeau te doen aan de conciërge. 'De jonge' had me zo enthousiast begroet bij mijn terugkeer, dat hij wel een lekkernij had verdiend. De conciërge keek een tikkeltje bedenkelijk toen hij het zwarte snoepje in ontvangst nam. Typisch Nederlands, vertelde ik hem, met een heel aparte smaak. Hij legde het aan de kant en beloofde dat hij het zou proeven als hij z'n boterhammen had verorberd. De volgende dag informeerde Leticia bij hem of hij het dropje lekker had gevonden. Hij had het niet gegeten, bekende hij haar. Hij vreesde dat het een typisch Nederlandse grap was en dat het rare zwarte dingetje in werkelijkheid een laxeermiddel was.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley