Onder landgenoten - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu Onder landgenoten - Reisverslag uit , van Rob Gemert - WaarBenJij.nu

Onder landgenoten

Door: Rob

Blijf op de hoogte en volg Rob

09 Mei 2010 | ,

Om in Chili te slagen, moet je zijn zoals de Chilenen, was mijn idee. En dus leerde ik ‘po’ of ‘cachai’ zeggen achter iedere zin. 1000 pesos werd voor mij ‘una luca’, 100 pesos een ‘gambita’. Ik at pebre, pastel de papas en empanadas en leerde het Chileense voedsel zelf koken. Ik deed mijn inkopen op hun markten. Ik juichte voor hun nationale voetbalploeg, volgde hun tennissers op de voet. Ik las hun kranten, keek hun tv-programma’s, luisterde naar hun muziek, droeg hun kleding. Ik wurmde me aan hun zijde door de achterdeuren van bussen om de rit niet te hoeven betalen. Ik zat met m’n jas aan te rillen in hun onverwarmde kroegen. Ik stond met hen in eindeloze rijen, reed in hun gammele bussen naar hun troosteloze buitenwijken, leefde net als zij op krap 26 vierkante meter, onderwierp me aan hun vernederende sollicitatieprocedures. Assimilatie met behoud van eigen identiteit, zal ik het maar noemen.

Na een jaar in Chili zit ik nog altijd zonder baan en zonder verblijfsvergunning. De conclusie dat mijn strategie niet heeft gewerkt lijkt gerechtvaardigd. Een week of anderhalf geleden besloot ik dat het tijd werd om het over een andere boeg te gooien. Zonder connecties kom je nergens, zeker niet in Chili. Om uit de vicieuze cirkel van ‘geen werkvergunning, geen baan; geen baan, geen werkvergunning’ te komen leek het me verstandig iets te doen dat tegen mijn natuur indruist: netwerken.
Onder het motto: ‘als ik Nederlanders wil leren kennen, was ik wel in Nederland gebleven’ heb ik het contact met landgenoten steeds zo veel mogelijk gemeden. Ik moet toegeven dat mijn moraal nogal dubbel is, want ik ben al die tijd het nieuws in Nederland intensief blijven volgen. Contact met de Nederlandse gemeenschap in Chili, verenigd in de Nederlandse Vereniging in Chili, had ik niet gezocht. Nu werd het toch eens tijd daar aansluiting bij te zoeken. En wanneer kan dat beter dan op onze nationale feestdag. Op zijn website zag ik dat de vereniging een Koninginnedagfeest hield. Erg orthodox in de leer waren ze blijkbaar niet, want het feest vond op 1 mei plaats.
Om naar dat feest te gaan, moest ik mijn weerzin voor een tweede keer overwinnen. Ik heb namelijk een bloedhekel aan van die rituele, massale feestgelegenheden zoals carnaval, nieuwjaar en Koninginnedag. In dit geval was de toegangsprijs voor het feest in het licht van mijn huidige levensstijl ook nog eens aan de hoge kant. Afijn, de lokroep van haring en bitterballen bleek uiteindelijk sterk genoeg om me over de streep te trekken. Ik wist Leticia zelfs zover te krijgen dat ze meeging.

Het Nederlandse feest werd gehouden in een discotheek in een van de hooggelegen wijken van Santiago, daar waar zo’n beetje alle buitenlanders wonen. Van mij thuis af was het een klein uur met de metro en de bus. In die wijk reist alleen het huispersoneel met het openbaar vervoer, dus hobbelden we tussen de nana’s en bewakers van de bezittingen van the rich and famous naar de disco.
Onze binnenkomst was niet zo geslaagd. We misten de eerste anderhalf uur van het feest doordat Leticia pas laat thuiskwam van haar werk. De portiers keken ons heel achterdochtig aan en ik kreeg de indruk dat ze op het punt stonden ons te zeggen dat we niet welkom waren omdat er een privé-feest aan de gang was. De reden werd bij binnenkomst direct duidelijk: we waren zo ongeveer de enigen die niet op z’n minst één oranje kledingstuk aanhadden. Leticia bedacht daar een mooie list op: ze trok ergens discreet een oranje slinger los, waarvan ze een strik voor zichzelf knoopte.
Ik had de hoop dat er nog haring en bitterballen over zouden zijn, maar dat kun je natuurlijk wel schudden met 150 hongerige expats die al maanden of misschien zelfs jaren niet van deze lekkernijen hebben geproefd. Daar stonden we dan, van onze drankjes nippend en onwennig om ons heen kijkend. Leticia keek haar ogen uit met al die lange, blonde en in het oranje gehulde mensen die in vreemde keelklanken met elkaar communiceerden. ‘We hadden het fototoestel moeten meenemen’, fluisterde ze me toe.
Al snel werd het diner geserveerd. We gingen op goed geluk aan een tafel zitten. Beter gezegd: op slecht geluk. Naast ons nestelde zich een groep studenten, op lustrumreis door Chili en Argentinië. De dag ervoor waren ze aangekomen in Santiago, de volgende dag vertrokken ze weer. Het waren aardige gasten, daar niet van, maar aan hen had ik helemaal niks om een netwerk op te bouwen. Ze spraken bovendien geen woord Spaans, dus voor Leticia dreigde het een lange en vervelende avond te worden.
Daar legde zich niet bij neer. In gebroken Engels en met handen en voeten begon ze met die studenten te keuvelen. Na een tijdje verdween ze. Ze kwam nog even terug om me fijntjes te laten weten dat ze in de andere zaal met iemand aan het praten was. Het ging om een lotgenote: een Chileense met een Nederlandse vriend. Het bleek dat onze verhalen in bepaalde opzichten opvallend veel op elkaar leken. In de loop van de avond raakte ik via mijn geheime wapen Leticia met verschillende andere Nederlanders aan de praat. Het was een aparte ervaring om na ruim een jaar te merken dat ik niet de enige ben die in de tentakels van een Chilena is beland.

Aangezien mijn Chileense avontuur niet bepaald een successtory is te noemen – althans, vooralsnog –, kon ik flink wat opsteken van de verhalen van de anderen. De avond was al geslaagd toen een jongen me vertelde hoe hij aan een verblijfsvisum met werkvergunning was gekomen. Dat was, in zijn woorden, ‘heel simpel’. Mooi, dat was informatie die ik nog niet had. De volgende dag stuurde hij me een e-mail waarin hij de procedure uit de doeken deed. Toen bleek dat onze definities van ‘heel simpel’ nogal uit elkaar lopen. Je moet je door een heel woud aan stempels, formulieren en instanties heen worstelen. Ik weet niet wat Max Weber had gedronken toen hij het fenomeen bureaucratie beschreef in het licht van de rationalisatie van de samenleving. Afijn, het komt er op neer dat je als hoogopgeleide Nederlander wel eens een positieve bijdrage aan de Chileense samenleving zou kunnen leveren. Als je kunt aantonen dat je hoger onderwijs hebt genoten en je iemand weet te strikken die verklaart je wel te willen aannemen als je eenmaal je visum hebt, moet je een paar maanden wachten, maar dan heb je het felbegeerde papiertje in handen. Wordt vervolgd.
Iets anders dat me door de andere Nederlanders is bijgebracht, is realiteiszin. Dat is niet direct van praktisch nut, maar is op lange termijn fundamenteel. Ik denk dat ik het beste kan illustreren aan de hand van het begrip ‘pretensiones de renta’. Als je hier in Chili solliciteert, wordt heel vaak gevraagd op je cv aan te geven hoeveel je wilt gaan verdienen. In Nederland heb je dan wel enig besef van wat normaal is voor je opleidingsniveau en werkervaring. Hier is dat veel lastiger. Meestal heb je geen idee wat het voor bedrijf is, hoe hoog de functie in de hiërarchie is en wat ze redelijkerwijs zouden kunnen betalen. Ik ben begonnen op ongeveer 1000 euro netto per maand, meer vanuit mijn behoefte dan vanuit enig benul van de markt. Vanuit Leticia’s referentiekader was dat een erg hoog bedrag. Mede onder druk van haar, maar zeker ook vanwege het feit dat ik met mijn sollicitaties geen meter opschoot, ben ik in de loop van het jaar gaan zakken. Mijn idee was dat het niet zo veel uitmaakte hoeveel ik in het begin zou verdienen, als ik dat visum maar een keer binnenhad.
De andere Nederlanders lachten me vierkant uit toen ik hen vertelde dat mijn pretenties nu rond de 500 euro liggen. De boodschap: als buitenlander, met twee mastertitels op zak, word je dan totaal niet serieus genomen. Je moet minstens inzetten op een miljoen pesos (1400 euro). Dat heb je volgens hen ook nodig om in Chili fatsoenlijk te kunnen leven. Niet dat mijn leven nu niet fatsoenlijk is, maar op de lange termijn heb je dat geld nodig om in een normaal huis in een prettige buurt te wonen, voldoende verzekerd te zijn voor ziektekosten, af en toe naar Nederland te kunnen vliegen en – op de héél lange termijn – je kinderen naar een goede privéschool te kunnen sturen. Waar je in Nederland met een modaal salaris la dolce vita kunt lijden, vrij van zorgen over basale zaken als onderwijs en zorg, moet je in Chili echt je best doen om tot de elite te behoren om een leven van – voor onze begrippen – voldoende kwaliteit te leven. Dat wist ik op zich allemaal wel, maar in mijn aanpassingsdrift was ik het uit het oog verloren.
Het goede nieuws is dat je als hoogopgeleide buitenlander veel meer mogelijkheden hebt om tot die elite toe te treden dan de gemiddelde Chileen. Alle Nederlanders die ik sprak hebben goede banen, over het algemeen bij internationale bedrijven (bespaart ze de ellende van de hiërarchische Chileense arbeidscultuur), en bewonen appartementen of huizen in de chique wijken van de stad. Maar goed, vrijwel allemaal zijn ze net zo begonnen als ik. Er is dus nog hoop. Ik merkte bij sommigen dat ze een zekere solidariteit voelden ten opzichte van mij. Zelf hebben ze in dezelfde situatie gezeten. Twee mensen hebben al aangeboden mijn cv aan hun contacten te sturen. Niet dat dat à la minute iets heeft opgeleverd, maar het is in ieder geval een bemoedigende start.

Terwijl ik de eerste stappen zetten op mijn netwerkqueeste, zwol om mij heen het feestgedruis aan. Leticia en ik konden ons er niet meer aan onttrekken. Op de tonen van ‘Kedeng, Kedeng’ maakte Leticia kennis met de polonaise. Maar toen de plaatselijke dubbelganger van André Hazes de bühne betrad was de lol over. In het begin probeerde ik – om de situatie te redden – de teksten voor haar te vertalen (‘un poco enamorado’), maar dat hield ik niet vol. Heel wat wijzer keerden we huiswaarts. Als echte Chilenen met de bus, hoewel we die rit netjes betaalden.

  • 13 Mei 2010 - 08:48

    Wouter:

    Hoi Rob,

    wat je nog kunt leren van die rare Ollanders!

    Goed om te horen dat je nu toch wat contacten hebt. Maar wel jammer dat Leticia Andre Hazes niet kan waarderen; un poco enamorado klinkt toch verdomd romantisch. Misschien dat een foto van Andre Leticia nog kan overtuigen?

    Veel succes nog met het netwerken. Ook als het niet meteen iets oplevert zou ik toch proberen het vol te houden.

    Veel succes nog, en als je weer een keer in Nederland bent gaan we nog een keer stappen!

    groeten,

    Wouter

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: ,

Naar Chili

Bij 't meissie

Recente Reisverslagen:

08 September 2010

Mijnmirakel

12 Augustus 2010

De teloorgang van de trein

29 Juli 2010

Bloed op het ijs

25 Juni 2010

Veldslag

15 Juni 2010

Ramptoerisme
Rob

Actief sinds 01 Sept. 2006
Verslag gelezen: 298
Totaal aantal bezoekers 84285

Voorgaande reizen:

16 Maart 2009 - 15 Juni 2009

Naar Chili

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: