Een huisje voor 20 miljoen
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob
21 Mei 2010 | ,
Volgens Leticia is dit een kans die ze niet mag missen. Met een rechtse regering aan de macht en het land in puin na de aardbeving is het buitengewoon onwaarschijnlijk dat een dergelijke subsidie nog een keer wordt uitgedeeld. En dus zijn we nu al een half jaar op jacht naar zo’n sociale koopwoning.
Eigenlijk zijn we er veel te laat bij. Dit programma loopt al vanaf begin 2009, maar pas in het voorjaar (bij jullie najaar) zijn we er serieus mee aan de slag gegaan. Een meneer van het ministerie van Volkshuisvesting gaf ons een lijst met zo’n zeventig projecten die in Santiago en omstreken meedoen. Daarmee konden we aan de slag. Dat wil zeggen: we moesten een huisje of appartement uitzoeken en ervoor zorgen dat we aan de voorwaarden voldoen om een hypotheek voor het resterende bedrag te krijgen. Het is aan de projectontwikkelaar om de subsidieaanvraag af te handelen.
Het uitzoeken van een project bleek een helse klus. In eerste instantie keken we vooral naar de ligging. We begrepen dat je voor 20 miljoen geen penthouse in het centrum hebt. De ligging van de projecten varieerde van ver van het centrum tot heel ver van het centrum. Natuurlijk schitterden de betere wijken op de lijst door afwezigheid.
Een aantal projecten lag in wijken waar de metro komt. Die markeerden we als eerste, tegen beter weten in. Natuurlijk waren alle appartementen daar al lang verkocht, zo bleek na een reeks telefoontjes. Ik bedacht dat het slim was om ons vervolgens te richten op de buurten waar de metro volgend jaar gaat komen. Helaas was ik niet de enige die op dat idee was gekomen.
We kwamen er vrij snel achter dat er niet veel te kiezen viel. Bij een stuk of vijftien projecten was nog plek. Dat waren over het algemeen de projecten met – laat ik er eens een eufemisme tegenaan gooien – niet de gunstigste ligging. Als ik mijn grote kaart van Santiago uitvouwde hoefde ik alleen maar langs de randen te zoeken, op de plekken waar grijs overging in groen. Soms lag een project zelfs helemaal buiten de kaart.
We hebben een stuk of tien van die complexen bezocht. Het lijkt me geen goed plan verslag te doen van al die uitstapjes. Het recept was steeds min of meer hetzelfde. Met de bus reisden we naar de stadsrand. Niet zelden werd ik aangestaard. Zo’n lange blonde kerel hadden ze in die contreiën niet vaak gezien. Naarmate we dichter bij het eindpunt kwamen, begon ik bedenkelijker te kijken. Niet alleen vanwege de afstand, ook vanwege de steeds minder gezellige aanblik van de omgeving.
Een van de projecten lag naast iets wat ik het beste kan omschrijven als een nette krottenwijk. Om terug te komen bij de hoofdweg bedacht ik dat we het beste over een paadje tussen die huisjes door konden lopen. Halverwege sprak een bewoonster – tevens potentiële buurvrouw – ons aan. Het was niet de bedoeling dat vreemden daar kwamen. We konden volgens haar het beste snel doorlopen, want er liepen daar wat pitbulls vrij rond. Ik wist niet hoe snel ik me uit de voeten moest maken.
Dichterbij het centrum betekent niet per definitie dat de locatie beter is. Dat ondervonden we toen we een complex in Conchalí bezochten. De naam van die wijk verraadt niet dat het een onguur oord is, waar ik me zelfs bij een kort bezoek midden op de dag niet veilig voelde.
Mijn kaart heeft ons voor meer onprettige uitstapjes behoed. Zo stond bij een aantal projecten dat ze zich in Puente Alto bevonden. Dat is niet de allerbeste voorstad, maar ook niet de slechtste. De metro komt er tenminste. Die projecten kwamen in aanmerking voor een bezoekje, totdat ik de ligging van de adressen controleerde. Toen bleek de aanduiding Puente Alto een smerige reclametruc. In werkelijkheid bevonden de projecten zich in La Pintana, de voorstad ernaast. Zet je dat in je advertentie, dan kun je het wel schudden. Alleen al bij het noemen van die naam lopen bij de gemiddelde Chileen de rillingen over de rug. La Pintana is een prima plek voor drugsverslaafden, helers en hoerenlopers, maar de politie durft er nauwelijks te komen.
Slimme marketingjongens hebben de projecten welluidende namen gegeven. Bij ‘Vista Cordillera’ (uitzicht op de bergen) kon je door de smog heen inderdaad met een beetje fantasie heel vaag de contouren van de Andes onderscheiden. Bij de projecten die parque of jardin (park of tuin) heetten contrasteerde een minuscuul strookje groen contrasteerde fraai met de stoffige troosteloosheid eromheen. Zoals Paul Theroux jaren geleden al opmerkte, hebben Zuid-Amerikanen een vreemd gevoel voor ironie als het op het bedenken van namen aankomt. Het plaatsje Democracia kreunt onder een verschrikkelijke dictatuur, Resistencia wordt in een vloek en een zucht onder de voet gelopen door de vijand, de lucht in Buenos Aires is verre van schoon.
Bij de complexen dienden we ons doorgaans te melden bij de verkoopsalon. Een figuur met een wisselende graad van gladheid lichtte ons geroutineerd voor over de stand van zaken van het project en de procedure van aanschaf. Vervolgens bezochen we het proefhuis of -appartement, het enige exemplaar dat al af was. Die hadden één ding gemeen: ze waren klein. Gemiddeld bedroeg het oppervlak zo’n 50 vierkante meter. En dan heb ik het over huisjes en appartementen met drie slaapkamers (sommige verkopers met enig schaamtegevoel hadden het over ‘tweeënhalve slaapkamer’; het veredelde berghok kwalificeren als volledige slaapkamer ging zelfs hen te ver). Die woningen zijn bedoeld voor gezinnen met twee of drie kinderen. Hoe zou het zijn om als Chileen aan claustrofobie te lijden?
De woninkjes zagen er keurig uit in vergelijking met de omgeving. Geen wonder, ze waren gloednieuw en werden niet bewoond. Je hoefde geen deskundige te zijn om te zien dat de kwaliteit van de materialen niet te vergelijken is met die in Nederland. Ik had bijvoorbeeld steeds het gevoel dat ik, wanneer ik tegen de wandjes zou leunen, in de kamer ernaast zou belanden.
Jullie begrijpen dat ik niet stond te springen om de rest van mijn leven te slijten in een wankel huisje in een vieze voorstad van Santiago. Leticia bleef echter vastbesloten deze kans op een zak geld van de staat niet aan zich voorbij te laten gaan en zocht dapper door. Tijdens mijn verblijf in Nederland ontdekte ze een nieuwe optie: een appartementengebouw iets ten noorden van het centrum, op maar een kwartier lopen van de Plaza de Armas. Een dergelijke locatie heeft natuurlijk z’n prijs: de appartementen zijn maar 37 m2.
Nog steeds ben ik niet dolenthousiast, maar dit project is wel duidelijk de beste optie. Qua locatie zouden we er niet veel op achteruit gaan, qua ruimte zouden we iets winnen en we zouden maandelijks ongeveer de helft betalen van wat we nu kwijt zijn. Een ander groot voordeel is dat – mocht ik ooit werk vinden en mochten we ons een woning in een beter deel van de stad kunnen veroorloven – dat appartement prima te verhuren is. We hebben er dus niks bij te verliezen.
Nu blijven er twee problemen over. Het eerste is dat de projectontwikkelaar buitengewoon schimmig doet over de verkoopprocedure. De verkoop begint pas op een niet nader bepaalde dag in juni en ze willen niet vertellen hoe de appartementen er precies uit komen te zien, welke papieren je nodig hebt en welke eisen ze stellen. Het is bijna alsof ze iets te verbergen hebben. Toevallig kwam Leticia erachter dat er een wachtlijst is. Daar staat ze nu op, op nummer 1265. Er zijn 160 appartementen te koop. De lijst zou alleen gaan over de volgorde waarin ze de aspirant-kopers gaan bellen als de verkoop start, zo werd ons verzekerd. Mij zou het niets verbazen als de boel onderhands allang beklonken is.
Het tweede probleem is de financiering. Aangezien onze relatie niet officieel is beklonken en ik hier op een toeristenvisum verkeer, moet Leticia het appartement op eigen kracht kopen. De bank stelt een heel pakket eisen en daar kan ze – afhankelijk van de berekeningen – net wel of net niet aan voldoen. Dat probleem is met een kleine donatie wel op te lossen. Spannender is de situatie op haar werk. Ze moet ervoor zorgen dat ze niet wordt ontslagen voordat de overdracht plaatsvindt. Gezien het gemak waarmee haar bazen het personeel op straat zetten, wordt het nog een paar maanden zweten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley