Dwaaltocht en hekserij
Door: Rob
Blijf op de hoogte en volg Rob
09 November 2006 | Nieuw Zeeland, Picton
We hebben wel een impressie gekregen van het Tongariro National Park. We reden er namelijk langs over een weg die bekend staat als de Desert Road. Vijftig kilometer over een hoogvlakte met alleen wat taai gras als begroeiing, geen teken van menselijk leven, en besneeuwde bergen op de achtergrond. Dat was het mooiste landschap in dagen, want het Noordeiland is niet overal even mooi. Ik was erg enthousiast over Northland, maar de gebieden rond Auckland en Wellington en de landbouwstreken zijn niet erg bijzonder.
De streek rond Taihape was wel erg mooi. Een halfuurtje nadat we het Tongariro NP achter ons hadden gelaten, zaten we tussen de groene heuvels met schapen. Het landschap was van het ene op het andere moment compleet veranderd. Iedere keer dat we over een heuveltop kwamen, lag er een nieuwe schitterende vallei voor ons. We hadden de hoofdweg verlaten om naar de River Valley Lodge te gaan, waar we een van de spectaculairste raftingtochten van het land zouden kunnen doen. De rit was, zoals gezegd, erg fraai, maar wel lang. Vanaf de hoofdweg zou het een halfuurtje rijden zijn. Toen het asfalt ophield en overging in een gravelroad, begonnen we ongerust te worden. Net toen we dachten dat we te ver waren gereden, zagen we een bord: River Valley rechtsaf. Ervan overtuigd dat we er bijna waren, sloegen we de nog slechtere weg in. Na tien minuten zagen we een huis. Daar moest het zijn. Niet dus. Weer tien minuten later weer een huis. Weer niks. Tien minuten daarna kwam opnieuw een gebouw in het zicht. Daar MOEST het toch zijn. Helaas. Bij het volgende huis besloten we te gaan vragen of we op de goede weg zaten. De sfeer deed denken aan de film Deliverance, maar deze bierdrinkende mannen waren ons gunstig gezind. Volgens hen moesten we nog twintig minuten verder rijden. Dat bleek een optimistische schatting. De stenen op de weg werden steeds groter en het getik tegen de onderkant van de auto kreeg het volume van artillerievuur. De maximumsnelheid daalde naar 30 km/u. Tot onze stomme verbazing werd de weg, net toen de toestand kritiek begon te worden, weer verhard. Niet veel later kwamen we bij onze plaats van bestemming. Nu pas zagen we op de kaart waar we zaten en dat we een omweg van bijna vijftig kilometer hadden gemaakt. Bij het inchecken in de lodge vroegen we de receptionist wat we verkeerd hadden gedaan. Hij antwoordde dat we een afslag hadden gemist. We vroegen of er een bord stond. Normaliter wel, gaf hij toe, maar het was omgewaaid en ze waren er nog niet aan toe gekomen om het weer recht te zetten. Dat had hij ons 's ochtends aan de telefoon, toen we belden om te vragen of er nog plek was, kunnen vertellen! Op de terugweg, de volgende dag, bleek hoe dramatisch onze omweg was geweest. Nu reden we in een halfuurtje over een goede weg terug, terwijl we de dag ervoor ruim twee uur onderweg waren geweest.
Enfin, de tocht naar River Valley was achteraf de moeite zeker waard, want het raften was super. Rivieren zijn ingedeeld op een schaal van 1 tot 6, waarbij 1 voor kalm water staat en 6 voor 'unraftable'. De rivier die wij hebben bedwongen was van categorie 5, dus heftiger dan dat kun je niet krijgen. Omdat Jan en ik de enigen in de groep waren die al ooit geraft hadden, mochten wij voorin de boot zitten. We hebben wel wat benauwde momenten doorgemaakt als we op de rotsen hingen en het bulderende water ons dreigde om te slaan of als we met een rotvaart recht op de rotsen afgingen, maar onze gids Mark loodste ons behendig door alle gevaren heen.
Nog spannender dan het raften was het mountainbiken, dat we enkele dagen eerder in Roturoa hebben gedaan. Het bos waar we doorheen fietsten was een waar mountainbikeparadijs. Nog nooit fietste ik op mooiere paden. Bijna allemaal singletrack, heuvelafwaarts, nauwelijks stenen of boomwortels. Geen wonder dat de wereldkampioenschappen dit jaar in Rotorua werden gehouden. Het niveau van de routes varieerde van 2 tot 6. Stoer begonnen we met een grade 4. We waren tenslotte ervaren mountainbikers en uiteindelijk zouden we grade 6 wel aankunnen, dachten we in onze naiviteit. Dat zelfvertrouwen was na de eerste route compleet verdwenen. Op het eerste het beste steile stuk sloeg ik bijna over de kop en kwam ik tegen een boom tot stilstand, zij het met niet al te hoge snelheid. De schrik zat er daarna goed in en aangezien er nog veel meer krankzinnig steile stukken, met drops van wel een halve meter, volgden, hebben we een groot deel van het pad te voet afgelegd.
De volgende route was wederom een grade 4 track, maar dit was een stuk gemakkelijker. Prachtige doordraaibochten, waarvoor je niet hoefde te remmen, en nauwelijks moeilijke passages. Langzaam maar zeker kwamen we er lekker in en verdween de angst om met gebroken botten de reis te moeten afbreken. Het belangrijkste is om op de steile stukken en de drops de voorrem niet te gebruiken. Met een vooruitziende blik hadden de jongens van het verhuurbedrijf de bediening van de voor- en achterrem omgedraaid, zodat we onze normale, Europese instellingen hadden. Hadden de handgrepen andersom gezeten, dan waren we vroeg of laat over de kop gevlogen.
Nog moe van het mountainbiken gingen we 's avonds naar het dorpje Mitai voor een Maori cultural experience, inclusief traditionele hangimaaltijd. We hadden er erg goede verhalen over gehoord, maar wij vonden de praktijk nogal teleurstellend. We belandden met 165 toeristen in een grote partytent, waar een dikke Maorivrouw met een microfoon (hoe traditioneel) en de dollartekens in de ogen ons allerlei onuitspreekbare woorden liet nazeggen. Daarna gingen we naar een theater in het bos, waar we 'traditionele' zang en dans kregen voorgeschoteld. Tussendoor werden ingestudeerde grappen gemaakt, wat het geheel nog onpersoonlijker en inauthentieker maakte. De haka was wel indrukwekkend, vooral omdat de krijger die bij ons in de buurt stond erg z'n best deed om een angstaanjagende indruk te maken. Hierna gingen we aan tafel. Het eten was wel lekker, maar niet echt bijzonder. Bovendien kregen we nauwelijks tijd om ons goed vol te vreten, want direct na de maaltijd werden we met tachtig man het bos ingestuurd, waar Madame Mikmak geroutineerd de namen van alle planten en bomen oplepelde om ons vervolgens met een clichematige 'traditionele' spreuk terug naar huis te sturen. Vijf keer zo'n avond en de chef van het dorp kan weer een nieuwe Mercedes kopen.
Rotorua was trouwens een bijzonder oord. Het ligt midden in een vulkanisch gebied. Vanuit het binnenste van de aarde komen allerlei gassen en vloeistoffen via spleten aan de oppervlakte, wat ertoe leidt dat het in de hele stad ruikt alsof iemand een hele vieze scheet gelaten heeft. De eerste keer dat je het ruikt denk je dat het tijdelijk is, maar iedere keer dat je buiten komt ga je bijna over je nek van de stank. Ongeloofelijk dat mensen in de stank wonen. Wat me nog het meeste verbaasde, was dat de vrouwen van Roturoa hun was buiten ophingen. Op die manier dragen de inwoners de lucht van rotte eieren altijd met zich mee, zelfs als ze buiten hun stad komen.
Het niveau van de hostels in Nieuw-Zeeland is bijzonder hoog, een stuk hoger dan in Australie. Goede bedden, ruime kamers, schone, goed voorziene keukens en erg vriendelijk personeel. De meeste hostels bieden gratis extra's aan aan hun gasten. Zo hebben we gratis ontbijt gehad, hebben we een paar keer gratis een film gekeken, waaronder Lock Stock & Two Smoking Barrels en Snatch, en hebben we gratis getennist, gekajakt en gemountainbiked. En wat vreemd is, de prijzen zijn hier aanzienlijk lager dan in Australie. Betaalde ik in kangoeroeland gemiddeld zo'n 14 euro per nacht, hier kost een overnachting zo'n 10-11 euro. Maar een keer hebben we echt gebaald van ons hostel, en dat was in Palmerston North, waar we het rugbymuseum wilden bezoeken. Het kwam tot een regelrechte oorlog tussen ons en de eigenaresse. We verlangden terug naar de tijd dat je voor hekserij op de brandstapel belandde. Het begon ermee dat Eucalypta enkele kledingstukken die we op onze bedden hadden gelegd om te drogen naar beneden trok en ons commandeerde ze buiten op te hangen, terwijl het regende. Daarna werd het van kwaad tot erger. Iets naar tienen 's avonds werden we uit de keuken, waar we op gedempte toon zaten te praten, weggestuurd. Mevrouw verlangde absolute stilte. We gingen naar het terras, waar ik een Nieuw-Zeelandse jongen uitlegde dat Eucalypta ons haatte en dat dat geheel wederzijds was. Mevrouw zat achter het raam te luisteren en beval ons met satanisch genoegen van het overdekte terras af te gaan, de regen in. De volgende ochtend ontvluchtten we in allerijl het front. Mevrouw riep ons na dat ieder hostel zijn eigen regels heeft en dat we die in het vervolg moesten lezen. Omdat we onze borg wonderwel hadden teruggekregen, durfde ik het aan haar te melden dat de online rating van het hostel binnenkort drastisch zal kelderen. Onze wraak zal zoet zijn!
Palmerston was sowieso een drama, omdat mijn jas er gestolen werd. In een kroeg hadden we hem op een strategische plaats gelegd, maar nadat we even niet hadden opgelet, was hij verdwenen. Erg vervelend, want vandaag was het niet veel warmer dan een graad of tien. In mijn enige trui zit een groot gat, dus morgen moeten we gaan shoppen.
Laat ik dit bericht afsluiten met een heugelijke mededeling: ik heb het gooien met een rugbybal onder de knie. In Auckland heb ik een bal gekocht, waarmee we bij iedere gelegenheid oefenen: in parken, op parkeerplaatsen als we pauzeren, op straat in de stad en zelfs in de hostels. In het begin konden we er helemaal niets van, maar na een tip van een bejaarde vrouw (echt waar!) ging het steeds beter. Het is de bedoeling dat je met je rechterarm gooit, met je pols de rotatie om de lengteas meegeeft en je linkerarm alleen gebruikt om de bal de goede richting in te sturen. Op dit moment is zo'n 70 % van de worpen okay, dus ik verwacht op korte termijn, waarschijnlijk na de Europese tour, opgeroepen te worden voor de All Blacks.
-
10 November 2006 - 16:38
Jurriën:
Dat wil ik wel zien: een lange magere jongen in het team van de all blacks. Maar ja, als je niet sterk bent moet je snel zijn. Ik hoop dat de ziektekostenverzekering alles dekt!!
Verder veel plezier in NZ. Groetjes ook aan Jan.
Jurriën. -
11 November 2006 - 19:29
Antoine:
he he eindelijk, zo'n bal gooien kan toch iedereen... vraag maar in de wilberthof, wilbertoord of welk bejaardencentrum dan ook!Maar soms moet je naar de andere kant van de wereld om iets te leren... Hee Rob, ik vind je reis en het verslag ervan helemaal super en ik wens je nog veel plezier! Carpe diem (en dat elke dag)
Antoine Huibers -
12 November 2006 - 19:03
Ans Janssen:
Beste Rob, ik was even aan het rondsurfen hoe het ging met mijn boys daar in Kenia en kwam tot mijn verbazing er achter dat jij ook ver van huis bent en leuke dingen meemaakt. Zo dat is me even wat dat ik er achter kom jij vroeger met onze Jos naar Uden fietsten en nu ook al ver gevorderd bent. Mark is voor stage in Kenia en zijn pa Jan en tweeling broer Erik zijn voor 17 dagen bij hem op bezoek. jij kent zijn website markjanssen.waarbenjij.nu dus dan zie je wat hen allemaal daar uitspoken. Rob, ik wens je daar heel veel plezier en wat ik ook altijd tegen die van mij zeg genier ervan want ik ben jaloers dat toen wij die leeftijd hadden bestond dat niet ,dus geluk hebben jullie dat het nu tegenwoordig zoiets kan. Rob de groeten en ik zie je mischien nog wel eens in Wilbertoord, vgv Ans Janssen
-
15 November 2006 - 16:30
Toine:
Rob (en Robin), je raadt nooit wie ik vandaag tegen kwam toen ik voor DWARS/GroenLinks naar een politieke markt in Eindhoven moest!?! Alexander (Ali) van Hattem!!! Nog steeds trots lid van de Jonge Fortuynisten... :)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley